Maeve Brennan werd in 1917 in Dublin geboren. Haar vader nam deel aan de Ierse vrijheidsstrijd en was propagandachef van de IRA. In 1934 vertrok zij met haar familie naar de Verenigde Staten, waar haar vader de eerste Ierse ambassadeur werd. Toen het gezin terugkeerde naar Ierland bleef Maeve Brennan in de Verenigde Staten wonen. Van 1949 tot 1973 was zij een vaste medewerker van het beroemde tijdschrift The New Yorker. Hierin publiceerde zij verhalen en recensies over boeken, mode en kunst, waardoor zij een grote naam verkreeg in de Verenigde Staten en in Engeland. Slechts 1,65 m lang, knap, excentriek en origineel, was de Iers-Amerikaanse schrijfster een opvallende \'sophisticated\' verschijning in New York waar zij het middelpunt was van de jetset en er tegelijkertijd een bohemién-achtige levensstijl op na hield. De jaren vanaf 1973 stonden in het teken van overmatig drankgebruik, depressies, en afnemende geestelijke vermogens. Tijdens deze jaren verbleef zij in diverse psychiatrische inrichtingen. Soms kwam zij nog naar de The New Yorker, waar zij dan kantoor hield in de gangen en wc’s. In 1993 overleed zij eenzaam in een verzorgingshuis. De verhalen van Maeve Brennan worden in de Verenigde Staten en Engeland beschouwd als hoogtepunten in de literatuur en worden vergeleken met het werk van Anton Tsjechov en Katherine Mansfield. Dit jaar verscheen van Angela Bourke een biografie over Maeve Brennan onder de titel Homesick at The New Yorker.