Op de grens van water en land woont een man met zeegroene ogen die leeft van de wind en van wat de zee hem schenkt. Op een dag spoelt er een fles aan met een schatkaart.
Het is nacht, iedereen slaapt, behalve Nono. Die kan de slaap niet vatten omdat Popov zo verschrikkelijk ligt te snurken. Nono vraagt Misja om hem een verhaaltje voor te lezen.