Arnold is een wat eenzame jongen die net naar de middelbare school is gegaan. De brugklascoördinator heeft de nieuwe leerlingen ingedeeld volgens een – naar Arnolds idee – algemeen geldend systeem van drie groepen: ‘leerlingen van wie niets te verwachten valt’, ‘leerlingen met de grootste bek, de meest losse handjes en de beste ideeën om hun medeleerlingen te treiteren’ en ‘leerlingen met gewoontes’. Arnold belandt in de laatste groep.

De moeder van Arnold is al enige tijd ziek. Ze ligt de hele dag in bed en communiceert nauwelijks. Dit vergroot Arnolds teruggetrokken bestaan.

Aanvankelijk is hij dan ook wat afwachtend en wantrouwend wanneer hij kennismaakt met de ongedwongen postbode Sjon. Sjon weet Arnolds vertrouwen te winnen en er lijkt een vriendschap te ontstaan. Maar naarmate het contact intensiever wordt, twijfelt Arnold meer en meer aan de oprechtheid van Sjons bedoelingen.