Aleksander Sergejevitsj Poesjkin (1799-1837) wordt algemeen beschouwd als de grootste Russische dichter, en tevens als een van de grootste dichters uit de wereldliteratuur. Samen met andere vooraanstaande Russische schrijvers, zoals Lermontov, Gogol ,Toergenjev, Dostojevski, Tolstoj en Tsjechov behoort Poeskjin tot de zogenoemde \'gouden eeuw\' van de Russische literatuur. 

Poesjkin werd geboren in Moskou in een (verarmd) adellijk geslacht. In 1811 begon hij zijn studies aan het door de tsaar opgerichte elitelyceum van Tsarskoje Selo, nabij Sint-Petersburg. Zijn uitzonderlijke talent als dichter werd er zeer vlug opgemerkt. Zijn doen en laten werden nauwlettend gevolgd door de geheime politie van de tsaar en een gedicht zoals \'Ode aan de vrijheid\' (1818) en talrijke epigrammen circuleerden in vrijheidsgezinde en anti-tsaristische kringen. In 1820 werd Poesjkin verbannen uit Sint-Petersburg. Dit redde waarschijnlijk zijn leven, want het heeft hem belet om, zoals vele van zijn literaire vrienden, deel te nemen aan de Dekabristenopstand van 1825.

Tijdens zijn ballingschap schreef Poesjkin een groot deel van zijn meesterwerk, hét gedicht van de Russische literatuur, Jevgeni Onegin. In 1826 hief tsaar Nicolaas I onder strikte voorwaarden zijn verbanning op. Aleksander Poesjkin ging terug naar Sint-Petersburg, maar was min of meer een \'gevangene\' van de tsaar. Na talloze amoureuze escapades trouwde Poesjkin in 1831 met Natalja Gontsjarova. Het is een vermeende \'affaire\' van Natalja die de directe aanleiding was tot het fatale duel van Poesjkin met de Franse diplomaat Georges d\'Anthès , alhoewel velen er indertijd en ook nu nog een complot van de regering in zagen. Aleksander Sergejevitsj Poesjkin stierf ten gevolge van dit duel op 29 januari 1837. Nog steeds wordt Aleksander Poesjkin in de Russische wereld en daarbuiten gelezen. Vanaf zeer jonge leeftijd horen de kinderen zijn poëzie in Russische sprookjes en later blijven zij hem lezen omwille van zijn vloeiende, prachtige, muzikale taal.

 

Titels