De Camera Obscura van Hildebrand (pseudoniem van Nicolaas Beets) geldt als een van de hoogtepunten uit de bloeiperiode van de romantiek in de Nederlandse literatuur.

In de verhalen, met onvergetelijke personages als neef Nurks, Gerrit Witse en de familie Kegge, schetst Hildebrand met een grandioos gevoel voor humor en ironie, die ook anderhalve eeuw later niets aan kracht heeft ingeboet, het kleinsteeds burgerlijk leven in het midden van de negentiende eeuw.
Helaas blijkt het archaïsch taalgebruik van de oorspronkelijke verhalen voor velen een vlotte leesbaarheid te belemmeren. Het is daarom dat Ivo de Wijs, na zijn bewerking van Multatuli’s Woutertje Pieterse, voor een hedendaagse versie zorgde. Met liefde en respect voor het origineel weet De Wijs de Camera voor de moderne lezer te ontsluiten.

Onlangs sprak ik een neerlandica (bijna Master) die mij vertelde dat zij deCamera Obscura in het kader van haar studie niet had hoeven lezen. EnWoutertje Pieterse ook niet. Te oud. Te dik. Te moeilijk. Ik zou deze ervaring hier niet vermelden, als er niet zoveel mensen waren die mijn bekorten en bewerken met gefronste wenkbrauwen gadeslaan, omdat zij menen ‘dat het nergens voor nodig is’, of althans ‘niet nodig zou moeten zijn’. Het is nodig. Ik zou graag zien dat de Camera weer gelezen wordt.
Uit het nawoord van Ivo de Wijs