Ik was verrast toen ik zag dat het een pinguïn was. Hij was neergestort, beweerde hij, maar ik vertelde hem dat pinguïns – en dit was er overduidelijk een – niet kunnen vliegen. Daar was hij inmiddels zelf ook achtergekomen. Maar toen hij wegvloog, deed hij dat in de volle overtuiging dat hij een vogel was, en dus kon vliegen.
Op straat wordt een verwaarloosde pinguïn gevonden. Deze beweert bij hoog en bij laag dat hij gevlogen heeft. Uit medelijden neemt de verteller hem mee naar huis. Het tweetal doet allerlei absurdistische vliegpogingen, helaas zonder resultaat. Maar in plaats van op te geven, proberen ze het nog één keer ...
Een wonderbaarlijk schetsboek over een vliegende pinguïn en zijn tekenaar.
Die Zeit
Voor iedereen die volhardt in het met open ogen dromen.
Kulturzeit
Een prentenboek over een zeer succesvolle vliegpoging.
Süddeutsche Zeitung