In 1852 maakt Gérard de Nerval een rondreis door België en Nederland. 

In Feest in Holland geeft hij een levendige beschrijving van de Haagse kermis en bezoekt Zaandam en Broek in Waterland. Tijdens zijn bezoek aan Amsterdam is hij getuige van de onthulling van het Rembrandt-beeld in aanwezigheid van Koning Willem III en de daarop volgende feestelijkheden in de gehele stad. Het is een bijzonder genoegen door de ogen van deze begenadigde observator de Lage Landen in het midden van de negentiende eeuw te aanschouwen.

Feest in Holland behoort tot het journalistieke werk van Nerval; werk dat hij aannam om het hoofd boven water te houden en te ontsnappen aan aanvallen van krankzinnigheid. Dat dit in Nederland lukte blijkt uit de volgende brief die Nerval op 21 mei 1852 aan zijn vader schreef: 
In Amsterdam hebben ze me heel goed ontvangen en ze hebben me de voorbereidselen voor de onthulling van het standbeeld van Rembrandt laten zien. De reis en de verandering van lucht hebben me niet alleen mijn gezondheid maar ook mijn jeugd hergeven. Dat had ik nodig na mijn ziekte.
Uiteindelijk is Nerval weer ten prooi gevallen aan de waanzin; in een ijskoude nacht in 1855 hing hij zich zelf op aan een lantaarnpaal in de Rue de la Veuille Laterne in Parijs.

 

Boeken