Spencer C. Spencer, professor in de filosofie en adviseur van een aan een Texaanse universiteit verbonden decaan, is gevlucht. Hij is neergestreken in een vervallen motel aan de rand van de woestijn en schrijft daar zijn ongelooflijke belevenissen van de laatste twee jaar, om daarna voorgoed te verdwijnen. Uiteindelijk is dit een verhaal over moord. Maar eerst en vooral is het een verhaal over de Decaan, een aan zijn rolstoel gekluisterde Vietnamveteraan die de rol van het kwaad in de wereld overdenkt.